Externe meldkanalen

Op grond van de Europese richtlijn moet Nederland zogenaamde ‘bevoegde autoriteiten’ aanwijzen. Zij kunnen meldingen ontvangen en onderzoek doen of maatregelen nemen naar aanleiding van een melding van schending van het recht van de Europese Unie (Unierecht). Op deze pagina leest u welke bevoegde autoriteiten er in Nederland zijn aangewezen.

Huis voor klokkenluiders

Het Huis voor klokkenluiders mocht al onderzoek doen naar een melding van een vermoedelijke misstand, indien geen andere organisatie, zoals een inspectie of toezichthouder daartoe bevoegd was. Het Huis voor klokkenluiders heeft deze taak nu ook voor meldingen van schendingen van Unierecht. Zo is voor meldingen over schendingen van de AVG bij uitsluiting de Autoriteit Persoonsgegevens bevoegd. Een voorbeeld van een schending van Unierecht waar geen specifieke bevoegde autoriteit voor bestaat, is schending van het aanbestedingsrecht bij het verlenen van overheidsopdrachten.

Specifieke toezichthouders

Naast het Huis voor klokkenluiders zijn ook andere instanties aangewezen als bevoegde autoriteiten. Deze autoriteiten moeten een meldkanaal inrichten voor externe werkgerelateerde meldingen over (vermoedens van) schendingen van het Unierecht op hun werkgebied. Voorbeelden van deze autoriteiten zijn:

  • De Autoriteit Consument en Markt (ACM) bij schendingen van het consumentenrecht;
  • De Autoriteit persoonsgegevens (AP) bij schendingen van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG);
  • De Nederlandsche Bank N.V. (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) bij schendingen van financieel-economische regels.

Andere toezichthouders

Ook voor niet aangewezen handhavende instanties zijn de eisen aangescherpt. Het gaat bijvoorbeeld om de eis dat de organisatie die een externe melding over een vermoedelijke misstand ontvangt, in zijn procedure van tevoren bekendmaakt op welke termijn de organisatie de melder informeert over de stand van zaken en/of vervolgstappen. Dit is nodig, omdat de richtlijn stelt dat er rechtsgevolgen zijn als de organisatie deze termijn overschrijdt. Dit rechtsgevolg houdt in dat de melder van een misstand rechtsbescherming heeft als hij vervolgens de informatie openbaar maakt als:

  • er niet binnen de termijn (adequaat) op zijn interne melding is gereageerd;
  • er ook na externe melding de melding niet of niet adequaat is opgepakt.

Doorzenden melding aan bevoegde autoriteit

Indien een bevoegde autoriteit een externe melding ontvangt waarvoor deze autoriteit niet bevoegd is, dan dient de melding doorgezonden te worden aan de wel bevoegde autoriteit om in behandeling te worden genomen. Dat moet zo snel mogelijk en op een veilige wijze. Maar let op: in de Wet bescherming klokkenluiders (artikel 2e, vierde lid) is geregeld dat de melder eerst moet instemmen met de doorzending. Als de melder hiermee niet instemt, dan moet de bevoegde autoriteit de melder er uitdrukkelijk op wijzen dat bij niet doorzenden de melding niet in behandeling wordt genomen.