Betere bescherming klokkenluiders

Personen die een werkgerelateerde melding doen omdat zij een misstand vermoeden, werden al beschermd tegen mogelijke nadelige gevolgen van deze melding. Melders (of: klokkenluiders) worden al beschermd, maar de Wet bescherming klokkenluiders heeft deze bescherming nog verder uitgebreid. Hieronder leest u daar meer over.

Verbod op benadeling

Personen in de omgeving van beschermden worden ook beschermd tegen elke vorm van benadeling vanwege de melding of openbaarmaking van de inbreuk of het vermoeden van een misstand (onder voorwaarden). Denk bijvoorbeeld aan een partner, familie of directe collega. Onder de bescherming vallen ook dreigingen met benadeling of (mislukte) pogingen tot benadeling. Voorbeelden van benadeling zijn in ieder geval ontslag of schorsing, een boete als bedoeld in artikel 650 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, demotie, het onthouden van bevordering, een negatieve beoordeling, een schriftelijke berisping, overplaatsing naar een andere vestiging, discriminatie, intimidatie, pesterijen of uitsluiting en smaad of laster. Daarnaast gaat het niet alleen maar om maatregelen en handelingen in een relatie tussen werknemer en werkgever, maar ook andere werkgerelateerde maatregelen. Denk aan het intrekken van een vergunning, voortijdige beëindiging van een overeenkomst voor het leveren van goederen of diensten of opname op een zwarte lijst. 

Met de nieuwe Wet bescherming klokkenluiders verschuift de bewijslast. De melder hoeft nu alleen te bewijzen dat hij is benadeeld en dat hij een melding heeft gedaan. Dat de benadeling het gevolg is van de melding wordt door de rechter aangenomen totdat het tegendeel bewezen is. Degene die de nadelige maatregel nam of een nadelige handeling deed, moet aantonen dat hij dat niet deed vanwege de melding, maar dat hij daar andere redenen voor had.

Vrijwaring van gerechtelijke procedures

Melders worden beschermd tegen gerechtelijke procedures naar aanleiding van de melding. Om de melding of openbaarmaking te doen, heeft de melder mogelijk regels geschonden. Het kan onder andere gaan om schending van een geheimhoudingsplicht of auteursrechten, of bijvoorbeeld laster. Melders zijn daar met de nieuwe wet niet voor aansprakelijk als zij terecht aannamen dat het noodzakelijk was die regels te breken om een misstand te onthullen. Het is aan de benadelende partij (vaak de werkgever) om te bewijzen dat daar geen sprake van was.

Deze bescherming geldt niet alleen voor melders, maar ook voor personen die de melder bijstaan of andere betrokkenen.

Ook bescherming bij rechtstreeks extern melden

Ook melders die rechtstreeks extern melden (bij het Huis voor klokkenluiders of een andere bevoegde autoriteit) worden nu beschermd. Onder voorwaarden krijgen zelfs mensen die informatie openbaar maken (bijvoorbeeld via de pers) nu recht op bescherming. Voorheen stond in de wet het uitgangspunt dat een melder eerst intern een melding moest doen van een vermoedelijke misstand (behalve als dat in redelijkheid niet van de melder gevraagd kon worden). De verplichting om eerst intern te melden geldt nu niet meer. Het belang van een veilig intern werkklimaat is daarmee nog groter. Organisaties hebben er immers baat bij dat het uitgangspunt blijft dat mensen eerst intern melden. Dan kunnen terechte meldingen direct bij de bron worden aangepakt. Ook melders voelen zich meestal beter bij een interne melding en hebben daar baat bij. Hun informatie komt dan meteen terecht bij de mensen die actie kunnen ondernemen. Het is aan werkgevers om te zorgen voor een open organisatiecultuur waarin iedereen zich veilig voelt om een probleem eerst intern aan te kaarten. Zie voor tips daarvoor op de pagina Integriteit bevorderen op Huisvoorklokkenluiders.nl.

Ondersteuningsmaatregelen voor melders

Melders krijgen ondersteuning naar aanleiding van een melding:

  • Gratis advies: melders van een misstand, waaronder ook een schending van het Unierecht valt, kunnen gratis advies krijgen van het Huis voor klokkenluiders.
  • Toegang tot informatie: melders krijgen toegang tot documenten die kunnen bewijzen dat een melding van een vermoedelijke misstand is gedaan.
  • Toegang tot rechtsbijstand: melders, betrokkenen en personen die een melder bijstaan kunnen rechtshulp krijgen. Zo biedt de Wet op de rechtsbijstand (Wrb) een systeem van gesubsidieerde rechtsbijstand voor (rechts)personen met onvoldoende financiële draagkracht. De rechtsbijstand is naar aanleiding van de richtlijn uitgebreid naar zzp’ers die aan de eisen voor rechtsbijstand voldoen.

Geheimhoudingsplicht

In het kader van de meldingen bestaan bepaalde geheimhoudingsplichten. Wilt u daar meer over weten? Lees dan verder op de pagina Strengere eisen interne meldprocedure.